‘God is altijd groter – dat geeft zoveel ruimte’
Hoe gebroken, frustrerend en beperkend het leven ook kan voelen, volgens Hans Schaeffer geeft God ‘ruimte om te zijn, vanuit de basis: ik ben al een geliefd kind van God, hoe dan ook. Het is een individuele ervaring waarin het heilige geraakt kan worden, wat ik graag deel met anderen zodat het gezamenlijk wordt.’
Hans Schaeffer is hoogleraar Praktische Theologie aan de Theologische Universiteit Utrecht (TUU). Dat is hard werken, toch wil hij tijd maken voor een gesprek over wat hem drijft; weer even terug naar de basis, de bron – waar al dat harde werken om te doen is. Dit weekend organiseert Kerk2030 de ‘Kerk sta op’-conferentie waar Hans Schaeffer, Stefan Paas en vele anderen willen uitdelen van het grote verhaal van kerkzijn (www.kerk2030.nl/kerkstaop).
Waartoe voel je je op dit moment concreet geroepen?
‘Gemeenschap, gezamenlijkheid. De Bijbel verhaalt van een geschiedenis van uiteenvallen, desintegratie, van alleen zijn in eenzaamheid. Daarnaar ben ik al improviserend achter mijn piano naar op zoek. De diepe grondtoon die de eenzaamheid uit het eerdergenoemde gedicht van Bonhoeffer overwint, de grondtoon waardoor je voelt dat je niet alleen bent. Op dit moment voel ik het als mijn roeping om mensen op dat punt bij de les te houden. We staan als kerk en samenleving voor grote uitdagingen en het helpt om die uitdagingen samen aan te gaan. De kerk is verre van volmaakt of ideaal. Dat is mooi aan mijn vak: ik hoef me niet bezig te houden met de idealen van het kerkzijn, maar ik mag me bezighouden met het echte kerk zijn. Met de worstelingen, de modderigheid.
Bonhoeffer zegt daarover in zijn Gemeinsames Leben (Leven met elkaar, red.): “Het ergste wat je kunt doen is je ideaal van kerkzijn te willen waarmaken, daarmee word je een dictator die al het echte leven eruit slaat.” De clou is dus om het echte leven serieus te nemen. God neemt dat echte leven zo serieus als maar kan, gaat altijd in op de werkelijkheid zoals die is, gaat aan de slag met dat voortdurende uiteenvallen dat mensen doen. Jezus kwam niet voor ideale, goede en gezonde mensen, Hij kwam voor de gewone echte mensen. In het team van Kerk2030 werken we eraan om concrete gemeenten hiermee te voeden. Dit expertisecentrum Kerkvernieuwing aan de TUU is een prachtige vindplaats van verhalen van hoop en vernieuwing in lokale kerken.’
Jezus kwam voor de gewone, echte mensen
Je zet je in voor een duurzame manier van kerkzijn. Hoe ziet dat eruit?
‘Een plek waar je kunt inademen en uitademen: waarin je leert te innen en te uiten. Het uiten van wat je voelt en wat je beweegt en het innen van dat wat misschien schuurt met wat voor jou goed voelt, maar van belang is voor het geheel of voor de ander. Een plek zonder haast ook; kerkzijn is niet een project dat op een gegeven moment af moet zijn. Het is een plek om trage vragen te stellen, om verhalen te horen over wie God is.
Onze cultuur heeft sinds de Verlichting en zeker vanaf de jaren zestig een grote vrijheidsideologie gepredikt. Je moet jezelf verwerkelijken; onafhankelijkheid en autonomie betekenen echte vrijheid. Dat is begrijpelijk vanuit een cultuur waarin de kerk juist onvrij maakte. De keerzijde is dat we dan ook, zoals Sartre zegt, gedoemd zijn om vrij te zijn. Dan moet ik het dus ook alleen doen, zonder iemand om op terug te vallen. Dat is een diepe existentiële angst en afgrondelijkheid waar mensen tegenaan lopen. Het is maar weinigen gegeven om zo existentieel autonoom te leven. Terwijl je denkt vrij te zijn, ben je slaaf van allerlei andere krachten en machten die je niet meer kunt ontmaskeren als je alleen staat. Die vrijheidsideologie is primair een idee.
Ondertussen is er ook iets anders, namelijk een gevoel van afhankelijkheid voortkomend uit het leven zelf. Ik heb mezelf niet geboren laten worden, het leven is een aaneenschakeling van afhankelijk zijn van anderen. Dat gevoel van afhankelijkheid kan zowel verscheuren – in de vorm van een gevoelde existentiële eenzaamheid – als helen; het gevoel van verbinding. Het is door en door kwetsbaar. Maar juist in die kwetsbaarheid kun je bij de kern van het leven komen, bij echte rijkdom. Mijn collega Jan Martijn Abrahamse, lector aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), gaat het bij zijn inauguratie in juni hebben over het heilige. Dat is precies waar het hier om gaat en wat duurzaam kerkzijn voor mij inhoudt. Dat je in het samenleven en in de kwetsbaarheid die dat met zich meebrengt, stuit op dat heilige, dat wat het de moeite waard maakt om het leven steeds weer aan te gaan.’
Wie is God voor jou?
‘Ik heb niet zulke vastomlijnde beelden bij God. In de verhalen van Jezus en in zijn geschiedenis leer ik God kennen. Dat is voor mij wezenlijk: de intense, bemoedigende betrokkenheid van God op mensen in Jezus, dat is wie God is. Tegelijkertijd is God ook altijd groter, meer en anders. God is een mysterie, we kunnen Hem niet in onze wereld inlijven. Dat beangstigt mij niet, maar geeft mij een enorme ruimte. Omdat ik in Christus weet dat Hij in ieder geval altijd liefde is. Wat God ook meer is, Hij is nooit minder dan liefde – op een manier die rijker, groter en krachtiger is dan ik mij kan voorstellen.’
Ruimte is een rode draad in je verhaal. Hoe kom je steeds weer bij die ruimte te midden van een werkelijkheid vol beperkingen en grenzen?
‘Ik zeg al die mooie dingen over wie God is en hoe ik de ruimte krijg om te zijn – terwijl ik me zo vaak ingeperkt voel en stress en druk ervaar. Toch is die ruimte er, hoe dan ook. Dat is niet iets wat ik moet bevechten of zelf moet verwerkelijken. Maar ik moet wel steeds weer horen dat deze er is. Zoals Psalm 103 begint: ‘Loof de Here mijn ziel en al wat in mij is zijn heilige naam’. Dat is een zelfoproep – hoe gebroken, frustrerend of beperkend het leven ook kan voelen. Ik moet mezelf steeds weer bij de lurven pakken om dat perspectief te horen en te zien. Niet als een bevel, maar als het te binnen brengen van dat wat ik al gekregen heb: “Hans, mijn ziel: Loof de Heer!”’
Hans Schaeffer (1972) is getrouwd en heeft samen met zijn vrouw een dochter. Van 2003 tot 2011 was hij predikant in Wageningen. Nu is hij hoogleraar Praktische Theologie en onderzoeksdirecteur aan de Theologische Universiteit Utrecht. Daar ontwikkelt hij met alle onderzoekers nieuwe kennis en inzichten rond het onderzoeksthema Kwetsbaarheid en hoop. Samen met Stefan Paas en Leon van den Broeke leidt hij het Centre for Church and Mission in the West (CCMW) waar onderzoekers vragen rond kerkzijn vandaag bestuderen. Hij is (adjunct-)hoofdredacteur van twee theologische tijdschriften: Ecclesial Practices (Brill) en Handelingen (RUP) en is al jarenlang betrokken bij OnderWeg en haar voorlopers. Hij leidt de Academische Werkplaats van Kerk2030 voor kerkvernieuwing in de praktijk.
(Bron: kerkelijke magazine OnderWeg (www.onderwegonline.nl). Het volledige artikel is hier te lezen.