Column: Hoe diep is het water van de doop?

Een column van Jos Colijn (International Office). Jos Colijn onderzocht voor zijn promotie hoe gereformeerde christenen in Malawi, Nederland en India in de praktijk omgaan met de kinderdoop.

Ergens in 2014 koos ik voor “de kinderdoop” als onderwerp voor mijn promotieonderzoek. Een belangrijke vraag was voor mij: wat betekent de kinderdoop voor gereformeerden in verschillende culturen en contexten?

Die vraag ging me ook persoonlijk steeds meer intrigeren. Dat kwam vooral door de gesprekken die daarover had met mede-gelovigen. Voor veel ouders is de kinderdoop een prachtig ritueel, waarin Gods geschenk van het nieuwe leven wordt gevierd. Het kleine kindje is een parel in Gods hand. De trotse ouders getuigen daar soms van in een doopdienst en beloven plechtig hun kindje christelijk op te voeden. Wat een feest!

Behalve getuigenissen over Gods onvoorwaardelijke liefde, vertelden ouders soms ook over bijzondere Godservaringen, dat God bij de doop van hun kindje op een bijzondere manier aanwezig was: ‘Jezus stond erbij’ – ‘Het voelde alsof God zijn hand uitstak’ – ‘God zelf maakte een verbond met ons kind.’ Ze getuigden ervan, dat God hen in de doop er persoonlijk van verzekert, dat Hij hun kind wil beschermen en bewaren: tegen afval van het geloof, tegen boze machten, tegen het kwaad.

In de gereformeerde dooptheologie hoor je niet veel over zulke ‘Godservaringen’, maar ik vind het belangrijk en bemoedigend, dat ze er wel zijn. En dat ze ook doorverteld worden.

Ouders brengen hun kinderen groot in een wereld waarin oorlog, ziekte, zonde en pijn volop aanwezig zijn. In de doop wordt het verhaal van een kwetsbaar en pril mensenleven verweven met het grote verhaal van God die met zijn volk meegaat, het redt van vijanden en bevrijdt van slavernij, het verzorgt in de woestijn. In de doop wordt een mensje dat zichzelf niet kan redden meegenomen in de dood en opstanding van Christus. Aan het begin van een mensenleven staat de belofte van een nieuw leven door de Geest. Zoals God destijds een pad door de Rietzee maakte voor zijn volk, zo laat de doop zien, hoe God ons vandaag redt, voorgaat en nabij blijft.

Praten en vertellen over de kracht en betekenis van de kinderdoop kan gelovigen moed en hoop geven. Daarom gaan we in de komende maanden met enkele collega’s en voorgangers van kerken in een PEP-cursus ‘Rondom de doop’ nadenken over hoe de kinderdoop een teken van hoop kan zijn en blijven voor gelovigen vandaag. Hopelijk peilen we samen iets van de diepte van het water van de doop.

– Jos Colijn

Goedendag, waar ben je naar op zoek?